Articles Comments

Alfred Vierling » • in het Nederlands » Gandhi: Geen multikulti symbool maar masochistische dhimmi

Gandhi: Geen multikulti symbool maar masochistische dhimmi

boekbespreking door Alfred Vierling

‘Mahatma Gandhi’, biografie door Dr. Koenraad Elst, ed. Aspekt 2009,
ISBN 13:978-90-5911-735-8

Gandhi wordt door de Indiase Regering en de Westeuropese multiculti lobby voorgesteld als de ideale held van etnische en religieuse verzoening en als voorvechter van geweldloosheid.
Daarop is heel wat af te dingen blijkens dit grootste werk, dat omstandig aandacht besteedt aan de beweegredenen van Gandhi’s moordenaar Nathram Godse. Gandhi wordt door Hindoes en Sikhs verantwoordleijk gehouden voor de verdeling van het onafhankelijk wordende Brits-India in een seculiere staat India en een islamitische staat Pakistan.

In tegenstelling tot de Britse propaganda o.m. bij monde van Winston Churchill, (AV:wel bekend van leugens over ons ‘continent’), die beweerde, dat India slechts een aardrijkskundige aanduiding is, niet meer een eenheid dan de evenaar, toont Elst aan, dat het met wellicht Egypte de enige culturele eenheid van voor onze jaartelling is.

Met (de strijd tegen) het kastestelsel, een systeem van endogene tribale samenlevingsverbanden, had de moord niets te maken, Godse had daarover zelfs veel progressievereh opvattingen. (Bedenk wel, dat het kastestelsel i.t.t. wat David Duke beweert GEEN raciale hierarchie weerspiegelt.) Wel met de unieke interpretatie die Gandthi gaf aan het begrip ‘geweldloosheid’ (Ahimsa): Nooit betekende ‘geweldloosheid’ in de hindoe- en in de boeddhistische traditie pacifisme in militaire zin, het was een ethische praktijk, een vorm van zelfcultuur voor asceten, of in de brahmaanse traditie: Alles in zijn gegeven identiteit laten bestaan. Maar Gandhi maakte er een techniek van, die geweld zou kunnen vervangen als middel om een gewapende vijand te verslaan of een bezettingsleger te verjagen. Dit middel had echter wellicht succes tegen hindoes, boeddhisten en christenen, die de verantwoordelijkheid van uitlokking tot zelfmoord niet verdragen, maar hij gebruikte zijn hongerstaking wijzelijk nooit tegen moslims. Hij hoefde nooit tot het uiterste te gaan: Alle 17 keer gaf de tegenpartij op tijd toe, anders dan Margaret Thatcher, die de Ierse vrijheidstrijder Bobby Sands liet creperen.

Het is goed te beseffen in een tijd, dat Europa zo islamomanisch doet, dat het levenswerk van Mohammed bestond uit de vernietiging van een geslaagde multiculturele samenleving. Het Arabisch polytheisme ( de zonnegodin Allat, de vrouwelijke tegenhanger van Allah, Manat, de goding van tijd en cyclisme, al-Uzza, de planeet Venus en de maangod Hubal, de patroon van dee Kaaba), wellicht geinspireerd door het hindoeisme, werd hardhandig de kop ingedrukt. Opeens was er een Dag des Oordeels, een god die zich met alle details van het leven bemoeit en een geloof, beperkt door enge oppervlakkige bedenksels van de mens en afhankelijk van de diensten van een profeet.

Het cultureel westerse anti-hindoe Indiase establishment, dat overal in de wereld ‘Gandhi-centra’ sticht stelt het graag zo voor, dat het hindoe-moslim conflict een kunstmatige creatie is van de koloniale Britse verdeel-en-heers-politiek (divide-et-impera), maar dat ontkent dus de fundamentele tegenstelling tussen mono- en polytheisme, een alles inclusieve god en een al het andere uitsluitende god Toen joodse, Syrisch-christelijke, Zoroastrische, Baha’i en Tibettaanse vluchtelingen in India om asiel vroegen , viel niemand hen lastig met vragern naar de unieke waarheid.

Elst schetst kortelings hoe de islamisering van India zich voltrok, met name in het Mongol-Rijk, bekend van de Taj Mahal. De gemeenschappelijke strijd tegen de Britse overheerser verbloemde de fundamentele tegenstelling tussen moslims, die het islamitische Mongol-rijk en de hindoes die een nieuw Maratha-rijk wilden vestigen. De hindoes blikken dus terug op een dubbele kolonisatie: de door de moslims en die door de Engelsen. De laatsten brachten in in ieder geval nog wat op de toekomst gerichte technologie,, terwijl de moslims, net zoals in het Ottomaanse Rijk in het verleden bleven hangen. Wel heeft de gedecentraliseerde structuur van het hindoeisme borg gestaan voor haar overleving onder eeuwen van islamitische overheersing. Een Hindoe-staat (Hindu Rastra) is niet een staat, waarin hindoes aan schrifturen worden onderworpen!. Er bestaat geen hindoe-theocratische staat.

In 1885 werd het Indiaas Nationaal Congres opgericht door hindoes van hoge kastes en zoroastriers, maar dat wel al excuus- ‘Ali’s’ naar voren schoof. Ook ontstond een heuse Moslim-Liga (1906). Nu wordt in de westerse pers voor de moord op Gandhi het ‘hindoe-fundamentalisme’ verantwoord gehouden. Dit berust op een symmetrievooroordeel: Er is moslim-fundamentalisme, dus zal er ook wel hindoe-fundamentalisme zijn, waar er twee vechten hebben er waarschijnlijk ook twee schuld, waar rook is is vuur.: zelfde motieven, zelfde wandaden. Fundamentalisme duidt echter op teruggaan op en strikte naleving van bronteksten, maar het hindoe-nationalisme is juist een anti-traditionalistische beweging (tegen weduwenverbranding, onaanraakbaarheid, kinderhuwelijken etc.) en een beweging voor culturele dekolonisatie . Maar in 1920-1922 ging Gandhi een verregaande samenwerking met de Moslim-Liga aan, een ware uitverkoop van hindoe-belangen.

De verdeling van India in een islamitisch Pakistan (land der zuiveren) en een seculier India was voor Gandhi een nederlaag. Een derde van de hindoes in Pakistan , 7 miljoen mensen, vluchtten voor hun leven naar India, maar Gandhi gebood ze TERUG TE GAAN hun gewisse dood te gemoet. De stad Lahore vernam 2 dagen voor de onafhankelijkheid bij Pakistan te zijn gevoegd. De bevolkingswissel kostte 600.000 mensen het leven. Er was maar Een niet-moslim die de hindoes meer haatten dan alle moslims bij elkaar: Gandhi. Die had ook nog eens geeist, dat India 550 miljoen rupies aan Pakistan moest betalen en zag toe, dat in october 1947 in Kasjmir hindoes en sikhs werden uitgeroeid. Hij eisde, dat de moskees in India aan de moslims werden teruggegeven, maar niet de hindoe tempels en gurudwara’s (sihk tempels) door de moslims in Pakistan!

Godse wilde geen genade: ‘Ik wil aantonen, dat met mij ook de zogenaamde geweldloosheidtheorie van Gandhi ten grave wordt gedragen!’ Immers, Gandhi had tegenover de moslims als een dhimmi gedragen. Zo verbood hij aan de moslims niet de slacht van (heilige) koeien. (AV: o daar heb je het weer: Waarom zou een staat niet iets kunnen verbieden aan een diermishandelende minderheid?). Elst geeft een samenvatting van het pleidooi van Godse weer en de politieke gevolgen van zijn veroordeling. Heel herkenbaar en leerzaam, voor wie te maken heeft gehad met een verboden politieke partij. Met name de criminalisering van een partij, waarvan het gedachtengoed samenvalt met die van een toevallige aanslagpleger. Vreemd genoeg zien de Nehru’s hun kans om met de Nationaal Congres-partij een politiek te voeren geheel tegen de spirit van Gandhi in: opdeling van India, handhaving Brits bestuursysteem, vervanging van Hindi door Engels, westers consumisme bevorderen en concentratie ipv deconcentratie, zelfs naar Soviet-model.

Gandhi en Godse waren beide diep-religieus, ascetisch, geneigd tot sexuele onthouding, en sterk gebonden aan de Bhagavad-Gita. Beide waren toegewijde nationalisten en hielden vast aan het ideaal van een onverdeeld India. Beide waren harder voor hun mede-hindoes dan voor anderen, hoewel Gandhi nooit iets zei over de kwalen van de moslim-gemeenschap, in contradictie met zijn ‘Twee-Naties-Theorie’. Ok Godse ging uit van het moslim-separatisme als gegeven, welbeschouwd conform Gandhi’s stelling, dat het slachtoffer medeschuldig is aan zijn onderdrukking. Het is dan ook een grove leugen, dat Godse Gandhi heeft vermoord, omdat die moslims dezelfde rechten gaf als de hindoes: Hij had ze juist omderwille van zijn eenheidsideaal te veel tegemoet getreden, een eenzijdige verzoening opgelegd, zelfs in de ‘communale’ kieskringen voor moslims een oververtegenwoordiging bepleit.
In India wordt door zijn vijanden het hindoe-nationalisme omschreven als hindoe-communalisme (sampradayikta), terwijl het zich juist ertegen verzet. Dus van het genre ‘Duitse Democratische Republiek’, een doelbewust misplaatste toepassing om de ware betekenis te ontkrachten. Zo noemen de Indiase moslims zich ‘secularisten’ (AV: Nooit wordt deze pervertering van het politiek taalgebruik in de journalistriek aan de kaak gesteld. Centrumdemocraten waren ook: fascistisch, racistisch, extreem-rechts etiquetteer er maar op los.)

Wat verweet Godse Gandhi?

Dat hij het streven naar zelfbestuur verzwakte door teveel te hechten aan de ‘eenheid van hindoes en moslims’. (AV:Let op hoor, dit is relevant door EU-burgers!) . Dit, terwijl in 1924 de Turkse leider Mustafa Kemal (Ataturk) de islam afdeed als ‘ een rotend kadaver dat alle vooruitgang belemmert’ Sic!!. Gandhi heeft zich nooit op de hoogte gesteld van het belang van het kalifaat-begrip in de islam!! (AV: let op EU-burgers!): Immers de solidariteit ligt bij de Ummah, niet bij de staatsgemeenschap. En Gandhi liet zich in met de kalifaatbeweging tegen de Engelsen ten koste van Ali Jinnah, de verwesterde jurist, die de moslims in de staat wilde imbedden. Gandhi, voorts hield zich afzijdig bij de grooste moslim razzia op hindoes, de moplah-rebellie tegen de Engelsen, erger nog hij kwam die moslim aanstichters, die als vrijheidsstrijders werden geeerd te hulp ipv de hindoe-slachtoffers. Gandhi had de moslim hartstocht nodig tegen de Britten en keek de andere kant op als die de hindoes te lijf gingen. Gandhi veroordeelde het ‘Beschaafd Genootschap’ (Arya Samaj) die Indiase moslims weer tot de Vedische religie wilde bekeren, maar zweeg bij de daardoor uitgelokte moord op dier leider Swami Sraddhananda. Deze beweegreden van Godse is volgens Elst niet juist, want Gandhi bestreed ook de ‘’Oproep tot de Islam’ (Dai Islam) door Nizami, alhoewel Gandhi de echte ophitser van moord op de hindoes, Abdul Bari prees als ‘een eenvoudig kind van god’. (AV:Let op de zorgvuldigheid en nuance van Elst). Gandhi veroordeelde ook niet de ‘Calcutta Killing’, een progrom op hindoes,6000 doden en sloot vriendschap met de slachter Suhrawardy. Elst zegt, dat deze fascinatie voor geweldplegers bij westerse leiders ook niet onbekend is. Ook tegen moorden op andere Arya Samajleiders, waar moslim leiders zoals de stichter van de in Nederland actieve Ahmadiya-sekte, Mirza Ghulam Ahmed, nooit berouw over toonden, werd door Gandhi niet geprotesteerd.
Bovendien wilde Gandhi de leiding over de staat aan Sjeik Abdullah geven en moest de Maharadja van Kasjmir maar naar Varanasi gaan zodat de moslims de meerderheid konden vormen. Dit in schril contrast met zijn houding tg Hyderabad, waar ondanks de hindoe-meerderheid hij nooit de Nizam opriep naar Mekka af te reizen. In 1945 gaf Gandhi zijn steun aan het Desai-Liaqat-accoord, dat moslims en hindoes gelijke vertegenwoordiging in de centrale wetgevende vergadering gaf: Met volle steun van de Congrespartij werd een kwart van de bevolking als de helft behandeld. (AV: Let op Nederlanders, Uw landsgeschiedenis kent ook verzuiling!). Gandhi wilde zelfs een 100% moslim regering aanvaarden, als India maar niet verdeeld werd!!

Tegenover de hindoe-gehechtheid aan een verenigd India stond dus niet alleen een moslim-separatisme, maar ook een moslim-unitarisme! In het huidige India bestaat geen hindoestaat, zelfs behoorlijk wat discriminatoire maatregelen tegen hindoes! Dit is het gevolg van het feit, dat Gandhi eigenlijk de moslims een status aparte, een volkenrechtelijke entiteit toekende. Hij zei, dat als de moslims de splitsing willen die dan moeten krijgen, ternzij de hindoes ertegen gaan vechten. O, hij ging dus nu niet in hongerstaking om dit separatisme te stuiten, in tegendeel hij keurde dat hindoe vechten van te voren af.

Godse verwijt Gandhi vooral, dat hij maar over zijn geweldloosheidmethode bleef praten, terwijl hij er in feite tegenover het moslim-separatisme en moslim-unitarisme niets mee bereikte. Hij vond zijn roem als geweldloos vrijheidstrijder belangrijker dan het resultaat voor zijn hindoe bevolking, hij zette zijn geweldloosheid-experiment door, terwijl het in de praktijk allang onwerkbaar bleek. Het gemak waarmee Gandhi de hindoes opriep hun leven op[ te geven voor een hoger doel spreekt boekdelen. Hij toonde nooit medelijden met hen, ook al was hun lijden politiek totaal zinloos. Mensen moeten sterven als daad van onthechting, een soort persoonlijke ascese die elk gevoel voor gerechtigdheid verduistert.

Elst gaat verder in op de huidige beoordeling in hindoe kringen voor Gandhi, zijn afkeer van rasvermenging Sic!!! (AV: O wat verhelderend voor wie Gandhi wil neerzetten als symbool van multiraciale verdraagzaamheid!), zijn beperkte economische inzichten, de rol van de Nehru’s en opvolgende regeringen en dier verdraaiing van Gandhi’s gedachtengoed, de aan de islam inhaerente onbekwaamheid in een multiculturele samenleving te functioneren, en ook het westerse debat, dat aan nationalisten de ‘biologisering van cultuurverschillen’ verwijt en beweert dat ‘racisme’ voor de etablierte Schicht een gepasseerd station is, maar onderwijl wel de culturele identiteit van immigranten als een statisch onvervreemdbaar groepskenmerk duidt, alsof de islam iets intrinsieks is dat in bepaalde mensen is ingebakken. Wel organiseert deze elite homogene woongebieden en werkomgevingen voor zichzelf. Kortom, India zit vol lesmateriaal voor de Europese Unie, stuntelend hysterisch en onbekwaam om met de islam om te gaan.

Filed under: • in het Nederlands

Leave a Reply

*

four − 2 =

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.