Het ministerie van Buitenlandse Zaken stopt de subsidie aan het Institut néerlandais in Parijs. Nou aan zo’n politiek correct elitair clubhuis is ook geen behoefte!

Het ministerie van Buitenlandse Zaken stopt de subsidie aan het Institut néerlandais in Parijs. Dat heeft het ministerie vrijdagmiddag meegedeeld aan het personeel. De culturele activiteiten van Nederland in Frankrijk zullen voortaan vanuit de ambassade worden georganiseerd.

Het was de vet gesubsidieerde uitstalkamer van Nederlandse schrijvers als Cees Nooteboom, maar een door mij (AV) aan het instituut voorgestelde discussie tussen Nederlandse kunstenaars en de Franse schrijver/activist Guillaume Faye over zijn boek ‘La Colonisation de l’Europe’ stuitte op de politieke correctheid, waarvolgens de multi-etnische, mulriculturele samenleving kritiekloos moet worden uitgevent.

Het in 1957 opgerichte instituut houdt waarschijnlijk op te bestaan. De raad van toezicht is uit protest tegen dit volgens hen onverwachte besluit afgetreden. D raad spreekt van een ‘ambtelijk-politieke overvaltactiek’ van het ministerie en een ‘kale opzegging’.

Het instituut is veruit de grootste culturele Nederlandse voorpost in het buitenland. Er werken een kleine dertig mensen, vaak parttime; het jaarbudget is ongeveer 1,8 miljoen euro, inclusief salarissen, huur en programmering. Het instituut, dat voor het grootste deel wordt bekostigd door het ministerie van Buitenlandse Zaken, organiseert onder meer exposities, theatervoorstellingen, muziekuitvoeringen en filmvertoningen.

Volgens een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken zal de culturele vertegenwoordiging van Nederland in Frankrijk meer gaan lijken op die in bijvoorbeeld New York en Berlijn. Daar zijn het de cultureel attachés van Nederland die vanuit de ambassade of het consulaat activiteiten organiseren en Nederland vertegenwoordigen.

‘In de huidige opzet is het Institut veel veel geld kwijt aan vaste lasten zoals de huur’, zegt de woordvoerder. Door die hoge vaste kosten, in combinatie met krimpende budgetten voor buitenlandse culturele activiteiten, ‘zijn te weinig middelen beschikbaar voor een hoogstand cultureel programma’, aldus het ministerie. ‘Daarom is een nieuw model nodig: moderner en kosteneffectiever, met minder vaste lasten en meer financiële ruimte voor culturele programmering.’

De raad van toezicht van het Institut is verbolgen over het besluit, dat volgens hem niet valt te rijmen met ‘de rijke geschiedenis noch met de opgebouwde reputatie’ van het instituut. ‘De zorgvuldigheid, ook die jegens de medewerkers van het instituut, had met zich mee behoren te brengen dat de kennelijk door het ministerie gewenste veranderingen op een ordentelijke manier in bespreking waren gebracht’, stelt de raad in een verklaring.

In de raad hebben onder anderen directeur Maarten Asscher van de Amsterdamse boekhandel Athenaeum, directeur Hendrik Driessen van het Tilburgse museum De Pont en voorzitter Jet de Ranitz van de belangenvereniging Kunsten ’92 zitting. ‘Bij wijze van protest tegen deze handelwijze van de Nederlandse Staat hebben de leden van de Raad van Toezicht met onmiddellijke ingang hun lidmaatschap neergelegd, onder handhaving van hun bereidheid om bij te dragen aan zinvolle pogingen om van het instituut te behouden wat nu verloren dreigt te gaan’, schrijven de leden van de raad in een verklaring.