Articles Comments

Alfred Vierling » • in het Nederlands » Waarom het Westen alweer jihadi’s steunt

Waarom het Westen alweer jihadi’s steunt

Waarom het Westen alweer jihadi’s steunt
door arabiste Katrien Spruyt

De oorlog in Syrië is geen rebellie maar een invasie van buitenlandse jihadi’s. Enkel dankzij de steun van het Westen blijft dit conflict aanslepen met als balans: twee miljoen vluchtelingen, vijfduizend vluchtelingen per dag, honderdduizend doden. Grote delen van de Syrische bevolking (zeventig procent volgens de NATO) ‘steunen’ nog steeds Assad, alleen al uit afkeer van een salafistische dictatuur.

Oorlog: wie profiteert ervan?

De steun van het Westen in wapens, training en materieel, met Amerika en Saoedie Arabië als aansteker en drijvende kracht, draait rond twee geostrategische problemen:

– schaliegas: Syrië krijgt een gaspijplijn vanuit Iran en oliepijplijn uit Irak, maar weigerde er één van Qatar dat nu mee de opstanden steunt. Er is ook een reusachtig veld schaliegas gevonden voor de kust van Syrië, Libanon, en Israël dat reikt tot aan Cyprus. Het gas van de Syrische kust, het Iraanse gas, de Iraakse olie zou van Syrië de belangrijkste olie- en gashaven van de wereld maken in de Middellandse Zee en de straat van Hormuz zou aan belang verliezen. Voeg daarbij dat de straat van Hormuz onder Amerikaanse controle staat, terwijl Syrië een vlootbasis is van het nabijgelegen Rusland.

Amerika heeft nochtans ook schaliegas, genoeg om zichzelf onafhankelijk te maken van import. Eens de stijgende eigen productie deze import overbodig maakt, kunnen ze met de balansoverschotten hun hoge schulden afbetalen. Indien men echter in het Nabije Oosten (en Noord-Afrika) de ontginning van schaliegas onder de Amerikaanse kost van tachtig dollar per barrel brengt, torpedeert men de groei van het Amerikaanse gas, en daarmee hun streven naar zelfvoorziening en schuldafbetaling. Amerikaanse bedrijven worden dan economisch verplicht om het goedkopere schaliegas van Algerië, Qatar enzovoort te kopen.

– invloed van sji’ieten: De Arabische petrostaten hebben schrik van de groeiende sji’itische as. Iran bouwt verder aan atoomwapens en een sterk leger, en samen met olie-/gashaven Syrië en Irak worden zij geruisloos het sterkste machtsblok van het Nabije Oosten. Al de grote Arabische oliegebieden liggen echter aan de Perzische Golf waar een meerderheid sji’ieten wonen en die moeten onder controle gehouden worden. Anders verliezen landen als Saoedi-Arabië hun grootste olievelden en petrochemische industrie die nu de grootste van de wereld zijn. De situatie is ook gevaarlijk voor Israël die tegen dit machtsblok weinig in te brengen heeft behalve atoomwapens die ze niet kunnen gebruiken.

De dynamiek van de jihad

Beide gegevens vormen de sleutel tot de samenwerking tussen Arabische petrostaten en de VS, en hun politiek van steun aan de radikale islam in Syrië: (a) een gedestabilliseerd tot soennietisch bestuurd Syrië verstoort de groeiende sji’ietische alliantie: Irak, Iran, Syrië, Hezbollah in Libanon. Dit beveiligt de olie- en machtsbelangen van de soennitische oliestaten; (b) de chaos in die landen zorgt ervoor dat de olietoevoer gecontroleerd wordt, of juister gezegd, de export ervan vermindert tot een belachelijk niveau. Libië van 1,6 miljoen barrels naar 150.000/dag, en Irak van vier miljoen barrels onder Sadam naar twee miljoen vandaag. Door het torpederen van de ontginning daar verstevigen de VS en de petrostaten hun eigen concurrentiepositie. Geen van beide gijzelt de andere, beide hebben gewoon samenvallende belangen.

Het waanzinnige van dit plan is uiteraard de grote destructie, maar tevens dat de VS vrij spel geven aan de eeuwenoude dynamiek van de jihad uit Arabië. Reeds vanaf de zeventiende eeuw leiden de wahabieten vanuit Mekka en Medina soennitische pelgrims op die gefanatiseerd terugkeren naar hun vaderland. Alle grote en kleine Afrikaanse jihadi’s van de zeventiende-negentiende eeuw bijvoorbeeld zijn opgehitst teruggekomen van Arabië en hebben in West-Afrika destructieve jihads gevoerd ter oprichting van islamitische staten: Dan Fodio (Nigeria), de Mahdi (Soedan), ‘mad mollah’ (Somalië), en vele anderen.

De olierijkdom heeft deze wahabitisch-salafistisch islamiseringsdynamiek terug een impuls gegeven in de vorm van wereldwijde financiering van islamitische culturele centra, moskeeën, en zoals altijd, de haat tegen de ‘ongelovigen’. Wellicht denken Amerikaanse bewindsvoerders de religieuze strijders naderhand via Saoedi-Arabië te kunnen controleren. De ervaring met de islamitische revolutie in Iran, en met de ‘bevrijding’ van Afghanistan van de Sovjet-Unie, leert anders. Sowieso zijn de vernietigingen die deze strijders toebrengen aan de religieuze diversiteit van Syrië onherroepelijk.

De agenda tot omverwerping van de oude regimes dateert van de jaren negentig maar kwam pas echt op gang rond 2007 en werd veelvuldig door ex-bewindsvoerders gelekt. Goede stukken over het onderwerp zijn de opgestelde chronologie van onderzoeksgroep Global Research, of het belangrijke werk La face cachée des révolutions Arabes van de Franse onderzoeksgroep Centre Français de Recherche sur le Renseignement. Men kan het afwijzen als een fantasie maar de invalshoek schaliegas/sji’ietische as levert meer denkwerk op dan het leugenachtige discours van politici over gifgas en mensenrechten.

Assad, de gedroomde zondebok

Westerse media noemen Assad een slager en een oorlogsmisdadiger, maar de verantwoordelijkheid van het Westen (en de petrostaten van wie het de oorlogen uitvecht) is ook goed voor een oorlogstribunaal. Met hun steun wordt het conflict in Syrië kunstmatig in stand gehouden en escaleert het. Uiteraard is er ontevredenheid in het overbevolkte, onaangepaste Nabije-Oosten, maar deze islamistische opstand was zonder steun al lang door Assad neergeslagen. Niet Assad voert etnische en religieuze zuiveringen uit op dorpen van Koerden, alawi’s en christenen, integendeel, het Assad-regime was meer dan een halve eeuw hun enige garantie op veiligheid en gelijkheid. Niet Assad maar het Westen vecht aan de kant van de meest gedehumaniseerde politieke beweging sinds de val van het nationaal-socialisme en het communisme, met name de radicale islam (in casu al-Qayda, al-Nusra, Free Syrian Army, moslimbroeders). Deze steun is des te immoreler aangezien de VS al jarenlang een politieke en militaire oorlog vechten tegen het islamitische terrorisme.

Enerzijds voert men dus war on terror, anderzijds bewapent en steunt men diezelfde soennitische bewegingen in Syrië (en Irak), via de omweg van Saoedi-Arabië, Qatar en Turkije. Dit ontneemt Amerika, Europa en Israël alle morele legitimatie om ooit nog het woord ‘terrorisme’ te gebruiken want men doet anderen aan wat men zelf niet zou willen ondergaan. Indien hun oorlog tegen terreur oprecht was, zouden ze nu Assad steunen en hopen dat hij met tienduizenden van de meest radicale terroristen wereldwijd afrekent. De immoraliteit van hun gedrag is te vergelijken met een België dat Oost-Congolese Mai-Mai zou steunen als middel om Kabila te verwijderen.

Assad zal nooit opgeven, niet zozeer uit zelfbehoud, maar ook uit overlevingsdrang van zijn volk, de alawi (ook nusayri genoemd), soms omschreven als sji’ietisch syncretisme, maar eigenlijk geen islamitisch geloof. Alawieten hebben geen moskeeën, sharia, sluiers, vijf zuilen, en rituele gebeden. Hun geloof is esoterisch en syncretistisch – een mengeling van sji’isme en christendom – maar uit overlevingsdrang profileren ze zich als sji’ieten (zoals de ahl al-haqq in Iran), en als Arabische nationalisten (zoals de christenen in Libanon en Irak). Door hun lot als minderheid beseffen ze de waarde van het secularisme en bescherming van religieuze minderheden in een repressieve en agressieve islamcultuur.

Niet voor niets wonen de alawi’s beschut in moeilijk te bereiken berggebieden, net als de droezen in Libanon en Syrië, de yezedi’s in Irak, en de alevi’s in Turkije. De grootvader van Assad schreef ooit een brief naar de Franse regering – die het huidige Syrië creëerde – om de alawi’s niet in één staat met de moslims te plaatsen omdat dit zou leiden tot hun vervolging. In de islamitische omgeving waar ze nu wonen kunnen ze enkel domineren, of gedomineerd worden volgens de eeuwenoude dynamiek van jihad en dhimmitude. De repressie van het regime Assad is in de eerste plaats de omgekeerde tribale logica van de islamomgeving waar ze tegen hun wil in opgesloten zijn. Dit tragisch aspect van niet-islamitische minderheden in het Nabije-Oosten, en de rol ervan in dit conflict, wordt quasi genegeerd in de berichtgeving rond de oorlog.

De vernietiging van het christendom

Een belangrijk cultureel en geostrategisch effect van de soennificerings-oorlog in Syrië is dat het autochtone christendom helemaal zal verdwijnen uit één van zijn historische thuislanden. Het zal verdwijnen omdat christenen niet meer willen leven in een cultuur van haat waar zij tweederangsburgers zijn die zich onder sharia-rechtspraak niet kunnen verdedigen tegenover moslims. (Lees in dit verband: Christenen onder islamdominantie, uit tijdschrift Streven, en Bat Ye’or The destruction of Eastern Christianity under islam).

Nu al geven de zogenaamde ‘rebellen’ een voorproefje van wat Syrische christenen te wachten staat (Bron: Barnabas Aid summer 2013):

– op 27 mei vallen jihadi’s het christelijke dorp Dweir binnen, vermoorden veertig weerloze inwoners waaronder vrouwen en kinderen. Sommige mensen werden eerst de beenderen gebroken, in brand gestoken, alvorens te worden afgeschoten.

– Meryem (15 jaar), een christelijke teenager van al-Qusair, werd 15 dagen lang verkracht door islamitische militanten en daarna vermoord. Eén van de moslims sloot in overeenstemming met sharia-recht een tijdelijk huwelijk (mut’ah), verkrachtte haar, en verstootte haar daarna zodat een ander het kon overnemen. Het fenomeen heeft ook parallellen met gelijkaardige ontvoeringen van jonge christelijke meisjes in Egypte, Pakistan (in beide landen rond de zevenhonderd per jaar) en sommige regio’s van islamitisch Afrika. Het is ook een typisch jihad-ritueel gebaseerd op een overlevering van de profeet Mohammed die seks met vrouwen van de overheerste vijand toestond.

– de ontvoering van twee Aramese bisshoppen, nog steeds vermist maar waarschijnlijk al vermoord.

– deze film toont hoe ze al schietend het oudste Aramese dorp van Syrië binnen rijden, niet echt de manier hoe ‘bevrijders’ zich gedragen, en van een bevolking die zich ‘bevrijd’ voelt. Kort na de inval begonnen de executies, even gestopt door herovering van het Syrische nationale leger, maar ondertussen heeft al-Nusra het dorp weer in handen dat een spookstad werd.

Journalist Arnold Karskens spreekt in dit verband over zuiveringen op religieuze en ethnische minderheden. Maar ook gewone moslims ondergaan wreedheden. Bekend is het verhaal van de achtjarige jongen die weigerde om de islamistische militanten een gratis kop koffie te geven en en public een nekschot kreeg. De twee pubers die openbaar een nekschot kregen omdat ze zich ‘niet islamitisch genoeg’ gedroegen. De 24 buspassagiers die werden onthoofd, onder andere een moeder en haar baby van acht maanden oud. Ondraaglijk was het filmpje van de franciscaan Francois Murad die werd onthoofd, ronduit psychopathisch dat van de achttien onthoofde kinderen/meisjes. Foto’s van onthoofdingen zijn legio want eveneens een eeuwenoud jihad-ritueel gebaseerd op een aanmaning in de Koran om de vijanden van het geloof ‘de nek af te slaan’ (sura 47:4). Het lijkt ook weer een bewust onderdeel van de militaire campagne dat dient om te demoraliseren.

De andere wang aanbieden

Wie kritische informatie wil over de vervolging van christenen hoeft overigens niet bij de bekendste katholieke organisaties zoals (Pax Christi, Caritas International) te zijn. Dit kadert in een algemene trend binnen NGO’s om niet te spreken over vervolgde christenen, al zijn christenen de meest vervolgde minderheid ter wereld. Een korte blik op de nieuwsbrieven van Human Rights Watch (HRW) verduidelijkt deze oneerlijke manier van rapportering. Hun laatste World Report 2012 licht vele islamitische landen door maar geen woord is er te vinden over het lot van christelijke minderheden, al hebben ze het meeste te lijden in die gebieden.

Het verslag over Irak bijvoorbeeld, waar het aantal van anderhalf miljoen christenen (1990) is gezakt tot 400.000 vandaag, sinds de tweede Irak-oorlog, vermeldt geen enkel aspect van het structurele geweld op christelijke gemeenschappen: het ontvoeren van hun dochters (tot op de universiteiten), aanslagen op hun kerken of bedrijven, moorden op hun clerici.

Het rapport over Egypte zegt ronduit niets over de vervolging en rechtenloosheid van de kopten. Het rapport over Saoedi-Arabië (sponsor van Human Rights Watch) vermeldt enkele oppervlakkige economische discriminaties tegen sji’ieten en ismaili’s maar niets over religieuze repressie van christelijke arbeidsmigranten die zelfs binnenshuis geen kerstboom kunnen opzetten.

Een apart rapport over het conflict in Syrië focust op slachtoffers door Syrische troepen, maar ronduit niets over de gruweldaden van buitenlandse jihadi’s (pro-democracy Arab Spring movements), en vooral, geen woord over de aanvallen op religieuze minderheden. Toen de stad Homs belegerd werd, werden er 50.000 christenen door de jihadi’s doelbewust verjaagd maar HRW was meer bezorgd om de acties van het Syrische leger tegen de daders. Dezelfde opmerkingen gelden voor de rapporten van Amnesty International, en jammer genoeg, ook voor de meeste katholieke organisaties. Men negeert gewoonweg het bestaan van de vervolging, laat staan het specifieke patroon van islamitische vervolging (jihad en sharia) dat christenen ondergaan.

Christelijke organisaties die wel verantwoordelijkheid opnemen zijn nooit katholiek: The Barnabas Fund, de Jubilee Campaign, Christian Solidarity, International Christian Concern en Open Doors. De paus bereikte honderdduizend mensen op de gebedsdag voor vrede in Syrië, maar zweeg als vermoord over het lot van de Oriëntaalse christenen net als al zijn voorgangers. Het is de ironie van de geschiedenis dat Vladimir Poetin, ex-KGB’er uit de atheïstische Sovjet-Unie, als enige wereldleider openlijk spreekt over de vervolging van christenen wereldwijd. Dus niet de paus, niet Obama, en niet Born Again Christian George Bush (‘Jezus is mijn favoriete filosoof’) wiens leger in Irak was tijdens de slachtingen op christene? Bush heeft er niets aan gedaan.

Conclusie: de echte rode lijn

Men kan voor of tegen Assad zijn, voor of tegen de VS en hun belangen. Je kan voor of tegen de soennieten zijn, en de sji’ieten, elk met hun inherente islamitische drang naar vernietiging en overheersing van andere religies. De echte rode lijn van elk moreel en redelijk mens moet evenwel zijn dat het steunen van radicale strijders in Syrië (van al-Qayda tot de moslimbroeders) een misdaad tegen de menselijkheid is, en een daad van agressie tegen het wereldchristendom in zijn oudste historische geboorteplaatsen. Het is een vorm van zinsverbijstering en dehumanisering, waar wij ons van moeten distantiëren, en waar ook maar mogelijk, moeten tegen verzetten.

Katrien Spruyt is arabiste en volgt de gebeurtenissen in het Nabije Oosten op de voet.

Een overzicht van de recente christenvervolgingen in diverse moslimlanden op:

http://www.meforum.org/3609/muslim-persecution-of-christians-june-2013

We waarderen alle opbouwende kritiek, suggesties en steun. Stuur uw kritiek, extra feiten en andere bemerkingen naar [email protected]

– See more at: http://de-bron.org/content/waarom-het-westen-alweer-jihadis-steunt#sthash.WZH7S2UZ.dpuf

Filed under: • in het Nederlands

Leave a Reply

*

5 × 4 =

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.