Alfred Vierling » • in het Nederlands » Antiblank racisme door de overheid
Antiblank racisme door de overheid
Ex-Minister Ter Horst liet namens het kabinet Balkende IV weten dat de overheid per direct mannen en autochtonen zou gaan discrimineren. Zij voegde namens het kabinet het blanke ras daar aan toe.
In die jaren had Ter Horst in een toespraak een visioen: “Dames en heren, allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Zo luidt artikel 1 van onze Grondwet. Het klinkt ogenschijnlijk simpel maar we weten allemaal: de praktijk is weerbarstiger.” Waarop zij zonder een spier te vertrekken aankondigde dat het kabinet Balkenende de “weerbarstige praktijk” heldhaftig de kop in gaat drukken: “Vanaf 2009 heeft elke Nederlandse gemeente een antiracismebureau!”
Wat zij nu precies met “weerbarstig” bedoelde bleek echter kort daarop, in januari van dit jaar. Ter Horst: “Het kabinet loopt achter op zijn eigen beleid om meer allochtonen en vrouwen in topfuncties te benoemen. […] In 2011 moeten minstens vijftig van de ongeveer achthonderd topambtenaren bij het Rijk allochtoon zijn. Een kwart van deze plekken moet worden bezet door vrouwen!” Ter Horst wil tevens dat “elke minister minstens zes allochtonen benoemt.”
Er ging een golf van terechte verontwaardiging door Nederland (de antidiscriminatie- en anti-racismebureaus gaven opvallend genoeg geen kik). Een minister die binnenkort een “Handvest verantwoordelijk burgerschap” wil gaan opdringen en een Huis voor de Democratie én Rechtsstaat wil oprichten (één van de betrokkenen zei: “Ik ben erg voor gewoon beginnen, desnoods in een kraakpand”) en zelf aan discriminatie en racisme doet, nog afgezien van het feit dat juist zij niet veel met democratie op heeft, maakt zich natuurlijk volkomen onmogelijk wanneer zij haar kennelijk kwalijke trekjes in de praktijk gaat brengen.
Maar wie had nu had gedacht dat diezelfde socialistische politiek correcte minister Ter Horst (PvdA) er nog een schepje bovenop zou gooien met de racistische en seksistische uitspraak “niet wéér een blanke man in de politietop” te willen? Moet niet gewoon de best gekwalificeerde Nederlander aangesteld worden die zich daarvoor beschikbaar stelt? Neen, volgens Ter Horst. En wéér geven de antidiscriminatie- en antiracismebureaus geen kik. Het wordt hoog tijd die linkse en soms botweg zélf discriminerende bureautjes op te heffen, in plaats van nóg meer, op iedere straathoek: dat zal ook ten goede komen aan de bezuinigingen.
Zelfs in het desastreus politiek correcte Engeland zijn ze erachter gekomen dat die uiterst controversiële en racistische “diversiteits”-doelen van de overheid — zoals Ter Horst die propageert — niet alleen alle normen en waarden van de Westerse beschaving met voeten treden, maar schadelijk zijn, en feitelijk onwettig. De “Association of Chief Police Officers” meldde met gepaste trots dat zij met dat schandalige selectiebeleid ophouden en voortaan dus ook niet meer van institutioneel racisme beschuldigd kunnen worden.
Kortom, het kabinet Balkenende IV kon juist wél van institutioneel racisme beschuldigd worden, en lapte met haar neo-apartheidsbeleid ook nog eens de Grondwet en nog een hele reeks hieronder genoemde wetten aan haar laarzen. Heeft de gedogende invloed vande PVV dit beleid gestaakt?
Grondwet Nederland
Art.1 Gw
Art.3 Gw
Grondwet EU
Art.81 GwEU
Art.81 GwEU
Art.2 GwEU
Wetboek van Strafrecht
Art.137c Sr
Art.137et [let op lid 2 en 3 van dit artikel]
Art.137f Sr [voor diegene die de opdracht van Ter Horst uitvoert]
Europees Verdrag Rechten van de Mens (EVRM)
Art.1 EVRM
bron: Het Vrije Volk
Filed under: • in het Nederlands
Was Guusje ter Dorst… euh Horst ook niet die juffrouw die de elite opriep in opstand te komen tegen het volk? http://www.vn.nl/Standaard-Media-Pagina/Opstand-van-de-elite.htm
Het doet me een beetje denken aan Bertholt Brecht: “Zou het niet eenvoudiger zijn wanneer de regering het volk zou ontbinden en een ander volk zou kiezen?” Zo reageerde de Oostduitse toneelschrijver Bertolt Brecht in zijn gedicht Die Lösung, toen er na het neerslaan van de Oost-Berlijnse opstand in 1953 pamfletten werden verspreid met de boodschap dat het volk het vertrouwen van de regering verspeeld had en dat moest terugwinnen door tweemaal zo hard te werken.