Alfred Vierling » • in het Nederlands » bevolkingsprobleem door ecina navan
bevolkingsprobleem door ecina navan
Arme landen zijn dreiging voor de planeet
ENCINA NAVAN – 11 APRIL 2011 (Overgenomen uit hetvrijevolk.com)
De overbevolking in de arme landen is de grootste dreiging voor de planeet omdat daar het milieu meer schade zal oplopen dan in de rijke landen.
Sinds ongeveer 1970 vindt de bevolkingsgroei op deze planeet bijna geheel plaats in de arme wereld. Juist in die landen die het meest belang hebben bij evenwicht tussen schaarse hulpbronnen en bevolking groeit de bevolking sneller dan ooit tevoren.
In de Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara verdubbelt de bevolking elke generatie, dat wil zeggen in een periode van 25 tot 30 jaar. Het aantal kinderen per vrouw is als volgt verdeeld:
Europa
1,5
Oost-Azië
1,6
Noord-Amerika
2,0
Iran
2,0
Latijns-Amerika
2,3
Zuidoost-Azië
2,5
Islamitische wereld (zonder Iran)
3,0
Afrika zuidelijk van de Sahara
5,3
Bron: Population Reference Bureau, 2009.
Uit de tabel blijkt dat rijke landen onder de vervangingsfactor van 2,1 kind per vrouw zitten, arme landen zitten erboven. Andere omstandigheden, zoals minerale rijkdommen in de vorm van olie, vormen een bijkomstigheid. De reden daarvoor is eenvoudig: minerale rijkdommen kunnen alleen zoveel inkomsten genereren als de hoge productiviteit in rijke landen elders toelaat. Rijke landen zijn rijk omdat ze een hoge productiviteit combineren met een lang arbeidzaam leven en daardoor zijn ze in staat om elders olie te kopen. De arme landen met veel minerale reserves leven op de rijkdom van de productieve landen.
De lage productiviteit in de arme landen ontstaat omdat er teveel kinderen zijn, lees teveel handen beschikbaar om het werk te doen. Pas een snelle daling van het kindertal maakt mechanisering en onderwijs productief. De ‘youth bulge’ in de arme landen is de grootste rem op de ontwikkeling.
Waarom daalt het kindertal niet zoals de economen altijd hebben verondersteld als gevolg van economische groei in Afrika?
Professor Tim Dyson schrijft in Population and development dat vooral in de Afrikaanse landen de landbouw een te groot deel van de economie blijft innemen. Onder economen is het inzicht gegroeid dat de snelle bevolkingsgroei een negatief effect heeft op de economische ontwikkeling[1]. Onderzoekers zijn tot de conclusie gekomen dat de urbanisatie in Afrika nu grotendeels tot stand komt zonder economische groei[2].
Dit verschijnsel ontstaat omdat er een opmerkelijk verschil bestaat tussen de verstedelijking zoals die plaatsvond in rijke gebieden zoals het Europa van de 19de eeuw en die nu plaatsvindt in de arme landen.
Verstedelijking ontstond tijdens de industrialisatie in Europa omdat in de stad het sterftecijfer hoger lag dan het geboortecijfer, terwijl dit op het platteland andersom was. Het overschot van het platteland vulde het tekort in de steden aan.
In Europa bestond deze situatie omdat infectieziekten de voornaamste doodsoorzaak vormden en de kans op besmetting in steden nu eenmaal groter was.
Moderne medische zorg is in Afrika tegen lage kosten bereikbaar voor iedereen, zodat de kindersterfte minimaal is. Dit leidt ertoe dat zowel in de steden als op het platteland het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer[3].
Als Afrika had gekozen voor de Chinese wijsheid, dat één kind genoeg is, zou het nu veel welvarender zijn. De natuur zou minder bedreigd worden door de alsmaar groeiende steden en de dieren en planten in de jungle en op de steppen zouden hun habitat veel minder zien slinken dan nu valt te verwachten.
De rijke landen verkeren nu in een relatief comfortabele situatie. Hun bevolking is praktisch stabiel wat betreft omvang en welvaartsniveau, ze hebben technieken om spaarzaam om te gaan met energie en slagen er steeds beter in om allerlei grondstoffen te hergebruiken. De rijke landen kunnen ook in de toekomst beschikken over de oneindige wouden van Canada en Siberië, over het water in de vele stuwmeren en de kennis van de universiteiten. Bovendien zal de bevolking van Europa in de toekomst langzaam maar zeker gaan krimpen, zodat er meer hulpbronnen overblijven.
De arme landen kunnen nu nog beschikken over meer natuurlijke reserves dan ze nodig hebben, zodat deze bronnen kunnen worden gebruikt voor handel met China en het westen. Over slechts één generatie, dat is al in 2040[4], zal de situatie drastisch zijn veranderd. Afrika zal zijn natuurlijke reserves grotendeels nodig hebben om de 1000 miljoen nieuwe Afrikanen te huisvesten in honderden nieuwe miljoenensteden, want de agrarische gebieden kunnen al die mensen niet meer opnemen.
Elke keer als we 0,6 % van het BNP weggeven aan de arme wereld dragen we daarmee bij aan het instandhouden van armoede, omdat elk paar arme ouders in Afrika tenminste 5 nieuwe arme kinderen op de wereld zet. Nederland besteedt elk jaar ongeveer 4 miljard (bron) aan ‘ontwikkelingssamenwerking’, maar het kan beter ‘armoede-ontwikkeling’ genoemd worden.
Het bewijs hiervoor zijn gegevens van de VN blijkt, dat er rond 1960 ongeveer 1 miljard aardbewoners waren die onder de armoedegrens leefden. Nu, vijftig jaar later, is dat aantal nog steeds ruim 1,3 miljard. (tabel in dit VN-onderzoek, p. 19). In Oost-Azië is het percentage armen gedaald, maar in Zuid-Azië (lees: islamitische landen) en Afrika zuidelijk van de Sahara is het percentage armen sinds 1981 voortdurend gestegen. De grootste daling heeft zich voorgedaan in China (van 85% naar 15 %), buiten dat land was de daling van het percentage armen slechts 10 % (zie grafiek). China is tevens het land met de meest radicale geboorteplanning.
Volgens de VN leeft meer dan de helft van de mensen in Afrika op $ 1,25 of minder per dag, dat wil zeggen ruim 500 miljoen mensen, waarvan één derde binnenkort een gezin gaat vormen dat gemiddeld vijf kinderen gaat krijgen.
Het criterium van $ 1,25 lijkt heel weinig, maar betekent $ 1125 per jaar, oftewel circa 75 % van het modale inkomen per capita, dus ongeveer bijstandsniveau.
De planeet Aarde wordt bedreigd door de enorme bevolkingsgroei in de arme landen. Omdat de bevolkingsgroei uit de arme landen zich door migratie verplaatst naar Europa en Amerika, zijn de arme landen indirect de oorzaak van consumptiegroei in de rijke landen.
Ontwikkelingssamenwerking zou uitsluitend moeten worden verstrekt als vrouwen niet meer dan twee kinderen krijgen. Dit beleid zou moeten worden uitgevoerd onder strikte voorwaarden en controle ter plaatse, zoals het steriliseren van vrouwen die al twee kinderen hebben, in ruil voor betaald voortgezet onderwijs voor de kinderen.
Er zijn politieke leiders in Afrika die zeggen dat er land genoeg is. Hen zou verteld moeten worden dat er in Europa lang geleden ook voldoende land was, maar dat de mensen steeds mobieler en veeleisender werden en dat ‘voldoende’ na enige tijd verandert in ‘te weinig’.
Er zijn Afrikaanse leiders die zeggen dat niet het aantal mensen het probleem is, maar het gebrek aan opleiding van die mensen. Dat is zeker een deel van het probleem, maar de opleiding wordt door de grote aantallen jongeren alleen maar moeilijker en nooit makkelijker.
Tenslotte zijn er Afrikaanse leiders die zeggen dat de rijke landen niet het recht hebben om de arme landen voor te schrijven hoe ze zich moeten ontwikkelen. Het maakt echter niet uit of waar een inzicht vandaan komt: een sterk groeiende bevolking brengt altijd meer onzekerheden met zich mee dan een stabiele bevolking.
Natuurlijk leest u nooit iets over deze afwegingen in de kwaliteitsmedia, want die zijn voor hun inkomen afhankelijk van dezelfde illusie als de goede-doelen-industrie: namelijk dat het rijke westen overal de schuld van is en dus moet betalen.
Filed under: • in het Nederlands
Recent Comments